Vlaamse Start-up Bouwt AI die Dialecten Verstaan

Een team uit Leuven ontwikkelt een spraakherkenningssysteem dat Belgische dialecten perfect begrijpt, een doorbraak voor klantendienst en digitale inclusie.

2025-10-19 – Door Pieter De Smet

Vlaamse Start-up Bouwt AI die Dialecten Verstaan

In een kantoor in hartje Leuven werkt een jong team programmeurs aan een ambitieus project: een spraakherkenningssysteem dat niet alleen Nederlands begrijpt, maar ook de vele dialecten die het land rijk is. “Onze grootouders spreken anders dan onze apps,” lacht medeoprichter Jeroen Van Aelst. “Wij willen technologie die zich aanpast aan de mensen, niet omgekeerd.”

De start-up, genaamd LinguaTech, begon als een onderzoeksproject aan de KU Leuven, maar groeide al snel uit tot een zelfstandige onderneming met internationale ambities. Hun doel: software ontwikkelen die ook West-Vlaams, Limburgs en zelfs tussenvormen zoals Antwerpse tongval kan herkennen. Dat lijkt eenvoudig, maar vereist duizenden uren aan geluidsopnames en taalmodellen die voortdurend worden bijgeschaafd.

Waar traditionele spraakherkenning vaak faalt bij regionale accenten, gebruikt LinguaTech een nieuwe benadering. Het systeem leert niet alleen woorden, maar ook klankpatronen en intonatie. Daardoor kan het onderscheiden of iemand “goa” zegt in plaats van “ga”, zonder dat de betekenis verloren gaat. “We hebben het model letterlijk Belgisch gemaakt,” vertelt Van Aelst met trots.

De toepassingen van deze technologie reiken verder dan men op het eerste gezicht denkt. Denk aan klantenservices die bellers beter kunnen begrijpen, of automatische ondertiteling op televisie die eindelijk de juiste klanken weergeeft. Zelfs in de zorg kan het nuttig zijn: oudere patiënten die dialect spreken, hoeven zich niet langer aan te passen aan standaardtaalsoftware.

De Vlaamse overheid toonde intussen interesse in het project en kent een innovatiesubsidie toe via VLAIO. “We willen dat taaldiversiteit gezien wordt als een troef, niet als een obstakel,” zegt een woordvoerder van het agentschap. Dankzij de steun kan LinguaTech meer data verzamelen en samenwerken met lokale radiostations en archieven die dialectmateriaal bewaren.

Achter de schermen is het werk intensief. Servers draaien dag en nacht om nieuwe geluidsfragmenten te analyseren, en linguïsten werken samen met ingenieurs om nuances te identificeren. “Het is fascinerend hoe taal leeft,” zegt onderzoekster Fien Verbruggen. “Een Brabander zegt ‘gij’, een Limburger ‘geer’, maar de betekenis blijft identiek – dat is wat onze AI leert begrijpen.”

Toch gaat de start-up voorzichtig om met privacy. Alle opgenomen stemmen worden geanonimiseerd en alleen gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek of met toestemming van de spreker. Transparantie is volgens het team essentieel om vertrouwen te winnen in een tijd waarin technologie vaak met argwaan wordt bekeken.

De eerste resultaten zijn veelbelovend. In een proefproject met een verzekeringsmaatschappij kon de AI 96% van de klantengesprekken correct transcriberen – zelfs als de spreker in dialect sprak. “We kregen reacties als: ‘Eindelijk verstaat een computer mij!’,” vertelt Van Aelst lachend. “Dat is precies waar we het voor doen.”

Internationaal is er al belangstelling uit Nederland, waar men kampt met vergelijkbare uitdagingen rond regionale spraakvariatie. Toch blijft de focus voorlopig op België. “We willen eerst elk dialect hier volledig begrijpen,” zegt Verbruggen. “Pas dan kunnen we uitbreiden.”

Terwijl het team verder werkt aan verbeteringen, groeit het besef dat taal niet enkel communicatie is, maar ook identiteit. Door AI te leren luisteren naar accenten en dialecten, helpt LinguaTech om een stukje cultureel erfgoed digitaal te bewaren. “Taal verbindt,” besluit Van Aelst, “en dankzij technologie kunnen we die verbinding sterker maken dan ooit.”